Fort bij Edam

Fort bij Edam: sluitstuk van de Stelling van Amsterdam

Aan het Oorgat, vlak bij de Waterlandse Zeedijk, ligt grotendeels onder een dikke grasmat verscholen, Het fort van Edam. Om iets meer te begrijpen van de betekenis van een fort als onderdeel van een verdedigingswerk, kijken we even naar het verleden.

Door de eeuwen heen werden steden versterkt door middel van wallen en muren in het kader van de landsverdediging. De bewoners waren aanvankelijk betrekkelijk veilig binnen deze vestingen. Het moet zeer ingrijpend voor de stedelingen zijn geweest toen geleidelijk steeds meer en zwaarder belegeringsgeschut in gebruik werd genomen dat de stenen vestingwerken vrij snel in puin kon leggen. Daarom moesten de middeleeuwse muren langzaam maar zeker vervangen worden door aarden omwallingen met bastions, zoals nu nog te zien is in Naarden, Sluis, Hulst en Willemstad, enkele van de weinige steden in ons land waar de omwallingen bewaard zijn gebleven. Van veel andere steden zijn de bastions veranderd in plantsoenen, zoals ook in Edam het geval is. Omdat de ontwikkeling van het geschut het steeds moeilijker maakte een stad te verdedigen, werden in samenhang met de vestingen wel schansen aangelegd. Dit waren gesloten verdedigingswerken met een aantal bastions die vaak in stervorm werden opgetrokken.

Soms was een schans een onderdeel van een verdedigingslinie van tijdelijke aard; onder “forten” verstond men toen de grotere schansen. Ze werden ook wel aangelegd als een onderdeel van vestingen om toegangen door een moerassig gebied of door een inundatiegebied af te sluiten.Een inundatiegebied is een stuk land dat men in oorlogstijd onder water kon laten lopen door het inlaten van buitenwater, waardoor de verdediging dan beperkt kon blijven tot de dijken en de droogliggende stroken. In de loop van de 18e eeuw werd het steeds moeilijker de bevolking van een stad te beschermen tegen vijandelijke bombardementen. Nieuwe vestingen kregen toen de vorm van een kring van forten rondom de omwalde stad, waarin allerlei zwaar geschut, zoals kanonnen, konden worden opgesteld.

Stelling van Amsterdam

De Stelling van Amsterdam werd niet lang na het midden van de 19e eeuw bij het Departement van Oorlog op de tekentafels gezet. Het principe van een verdedigingslinie rondom een stad werd tijdens het Koninkrijk Holland ook voor Amsterdam toegepast. De voormalige Stelling van Amsterdam werd na de Frans-Duitse oorlog, tussen 1882 en 1914, voorzien van 42 verdedigingswerken, waaronder dertig forten. Deze waren gelegen op de accessen ( = droogblijvende terreinstroken) van deze inundatiestelling. Voorts lagen aan het Zuiderzeefront het in 1893 gebouwde pantserfort Pampus en twee kustbatterijen. Tezamen met magazijnen, inundatiesluizen en inundatiekaden als waterlinie, moesten ze zorg dragen voor de verdediging van de hoofdstad. Vier forten bleven onvoltooid.Omdat de noordsector van de Stelling als laatste werd gebouwd, noemen wij Edam in geografisch én chronologisch opzicht het sluitstuk van de Stelling van Amsterdam. Het fort werd in 1913 opgeleverd. En de Edamse frontkazemat (een nieuw ontwerp!) was zelfs pas in 1915 klaar.

De ruim dertig forten van de Stelling van Amsterdam zijn volledig in bedrijf geweest rond de jaren van de Eerste Wereldoorlog. In het Fort bij Edam zijn van 1914 tot 1918 ruim tweehonderdvijftig militairen gelegerd geweest. Er stond een viertal 6 en 7cm kanonnen en een paar dozijn zware mitrailleurs opgesteld.
Daar werd ook mee geoefend. Maar niet gevochten. Terwijl heel Europa in brand stond, bleef Nederland neutraal. Na de demobilisatie in 1918 bleven de forten gedeeltelijk in gebruik. In Edam is nog tot in de twintiger jaren een strafklas gelegerd geweest. Maar daarna werd het, ook op het Fort bij Edam, stil. Het Ministerie van Defensie dankte de forten in 1923 af als strategische objecten. In de ruim tachtig jaren die daarop volgden is het terrein van de meeste forten, ook dat in Edam, vrijwel hermetisch afgegrendeld gebleven. Ook nadat in 1986 het Fort bij Edam werd overgedragen aan Staatsbosbeheer bleef dat zo. Zelfs de oorspronkelijke keuken is nog aanwezig. Ook het terrein van bijna negen hectare met zijn duingrond middenin een grote veenpolder is in die tijd een oase voor veel planten en dieren geworden, inmiddels worden op het fort activiteiten georganiseerd, zie www.fortbijedam.nl

In de negentiger jaren van de vorige eeuw “ontdekte” Nederland de cultuurhistorische waarde van de Stelling van Amsterdam. De Unesco plaatste dit unieke militairstrategische en waterstaatkundige monument in 1996 in zijn geheel op de Lijst van Werelderfgoed. De provincie van Noord-Holland zette alle forten vervolgens op haar monumentenlijst.