
Rooms-Katholieke Kerk
De geschiedenis van de Heilige Nicolaaskerk
De Nicolaaskerk gelegen aan de Voorhaven is een vroege waterstaatskerk. De kerk kent een lange voorgeschiedenis. In de 15e eeuw gingen de katholieken naar de Grote of Nicolaaskerk. Na de alteratie, in het jaar 1578, verlieten zij deze kerk en namen hun intrek in een schuilkerk in Edam. Deze stond op de hoek van de Grote Kerkstraat en de Grote Molensteeg. Van deze kerk werd zo’n 35 jaar gebruik gemaakt. Rond 1611 tot 1614 werd een Rooms-Katholieke Kapel gebouwd aan het Noord Achterom (Achterhaven) op de plaats waar nu de moestuin is van de huidige pastorie.
Dit was een kapel waar men in kerkte. Nadat deze te klein was geworden, werd er begin 1700 een deel naast gebouwd, en werd het een zogenaamde biechtkapel. In het jaar 1817 stond het priesterkoor met de sacristie georiënteerd op het oosten, zoals de meeste kerken. Pastoor Belderok (1810-1824) besloot de kerk te vergroten en te verbeteren. Toen hij plotseling overleed, zette kapelaan Bongaerts het werk voort. Op 19 mei 1825 kon de kerk plechtig ingezegend worden. De hoofdingang van de kerk kwam nu op de Voorhaven. (Tot dan toe hadden op de Voorhaven, ter hoogte van de kerktoren, huizen gestaan. Op oude gravures is dit nog te zien.) In 1846 telde de katholieke bevolking van Edam ongeveer 500, en die van Volendam 1000 zielen. De kerk was voor de Edammers groot genoeg. Maar om de Volendammers bij Edam te houden, besloot pastoor Haanraads een kerk te bouwen die nooit meer te klein zou worden. De oude kerk werd gedeeltelijk afgebroken, het overige gedeelte ingericht als biechtkapel en pastorie. Op 28 september 1846 legde hij de eerste steen en op 26 oktober 1847 wijdde hij de fraaie en grote parochiekerk in. Het hoofdaltaar met priesterkoor en de beide zijaltaren waren nu naar het noorden gericht, evenals de sacristie.
Aan de dichtgemetselde raamrozetten en kozijnopeningen valt af te leiden hoe een en ander er vroeger heeft bijgestaan. Ook de verschillende metselstenen getuigen hiervan. In 1870 werd de huidige pastorie tegen de kerk aangebouwd. De kerk staat op de monumentenlijst, de pastorie echter niet. Bij de nieuwbouw van het kerkschip werd het werk onder toezicht van ambtenaren van Rijkswaterstaat uitgevoerd, vandaar de naam Waterstaatskerk. Deze kerken werden zowel van binnen als van buiten zeer sober uitgevoerd. De voorzijde van de gevel werd niet voorzien van lichtkozijnen. De kozijnvormen zijn bij deze kerk van oorsprong dichtgemetseld. Het interieur werd wit gesausd, en versieringen en ornamenten en dergelijke werden spaarzaam toegepast in tegenstelling tot de meeste rooms-katholieke kerken. Na de grote uitbreiding vertrokken de Volendammers uit deze kerk en namen hun intrek in hun eigen St. Vincentiuskerk.
In de loop der jaren werd er helaas toch vrij veel aan en in de kerk in Edam ‘gemoderniseerd’. Zo verdwenen er mooie gipsornamenten bij het driehoekig raam met oog in het transept (op de foto rechts, juist achter de guirlandes), evenals diverse wandschilderingen. Twee zijaltaren werden gesloopt, kerkbanken vervangen door nieuwere modellen. De pastorie werd uitgebreid met een keukenaanbouw, deze is tegen de kerk aangebouwd. Aan de achterzijde tegen het priesterkoor werd aan de buitenzijde een c.v.-ruimte gebouwd. In 1963 werd onder pastoor H. Bakker de houten vloer in de kerk vervangen door een betonnen vloer met vloertegels in de looppaden.
Noodzakelijke restauratie
De hoofdentree werd gerenoveerd in 1982 en in augustus 1985 kon de eerste grote restauratiefase worden uitgevoerd; deze kwam in december van dat jaar gereed, onder het pastoraat van pastoor J.Kerstholt. De houten palen en kespen van de fundering waren zeer slecht door de dalende waterstanden. Op sommige plaatsen waren kespen gebroken en palen verrot. Onder de bouwmuren van de sacristie (dit is nog een gedeelte van de oude biechtkapel) en onder het priesterkoor werden in de grond vervaardigde betonpalen aangebracht tot ca. 18.00 m. minus het maaiveld. Dit plan kwam tot stand in het kader van de W.V.C.-regeling, waarbij 70% werkloze bouwvakkers te werk dienden te worden gesteld. Drie kerken werden toen tegelijk aanbesteed en door een en dezelfde aannemer uitgevoerd. De twee andere kerken staan in Heemskerk en in Wervershoof.
Interieur