Afgelopen woensdag 25 mei was het zo ver: het boek “Edam stad in beweging”, waar jaren aan is gewerkt, lag in grote stapels te wachten op de officiële presentatie. De Swaen was volgepakt met leden van Vereniging Oud Edam en andere belangstellenden die het boek hadden besteld.
Het boek, deel 8 in de historische reeks van Oud Edam, beschrijft de ruimtelijke ontwikkeling van Edam in de afgelopen 200 jaar. Misschien wel de meest spannende en dynamische periode uit de lange geschiedenis van onze stad. Van een ‘dode stad’ met bittere armoede en verkrotting tot wat het nu is: de parel van de Zuiderzee.
Het boek beschrijft heel leesbaar en met veel treffende illustraties hoe in de 19e en 20e eeuw de economie, of juist het gebrek daaraan, en de vooruitgang het stadsbeeld bepaalden. “Steeds veranderende tijden stellen steeds andere eisen aan een stad”, legt auteur Reinout Klaarenbeek uit. “Iedere tijd laat zijn sporen na. In Edam, en dat is zo boeiend, zijn al die sporen in gebouwen, straten en wijken te zien. Het boek laat zien dat de geschiedenis niet ver weg is. Het gaat over de dagelijkse leefomgeving en daar zijn de inwoners altijd bij betrokken.”
Het is ook het verhaal hoe stadsvernieuwing en monumentenzorg in Edam al vroeg hand in hand gingen. Verkrotting betekende sloop, denk maar aan de Kleine Kerk in 1883. “Maar al snel zagen de Edammers in dat je met slopen juist mooie gebouwen kwijtraakt en een deel van de geschiedenis wist”, vult co-auteur Daan Schaars aan. “Ze vroegen zich af: ‘hoe combineren we ons verleden met de vooruitgang?’ Daarin liep Edam echt voorop: al in een vroeg stadium hadden ze door dat het behoud van erfgoed bijdraagt aan de kwaliteit van je leefomgeving. Kijk maar naar het Edams Museum. Dat is in al in 1893 gered”.
Burgemeester Willem van Beek nam uit handen van de auteurs het eerste exemplaar in ontvangst – “nu het nog kan” zoals hij zei; zijn ambtsperiode loopt immers ten einde.
En de toekomst? Cabaretier Maarten Ebbers sloot met een speciaal lied over de toekomst van Edam naadloos op het boek aan en rondde de avond af met een loflied op onze stad.