
Voorhaven 152
Rijksmomument Voorhaven 152
De voorgevel van het pand aan de Voorhaven 152 is indrukwekkend, maar verraadt niet dat hierachter twee enorme huizen gebouwd zijn, met een binnenplaats en ook nog een tuinhuis, totaal vloeroppervlakte meer dan 400m2.
De bovenzijde van de voorgevel bestaat uit een trapgevel uit de eerste helft van de zeventiende eeuw. In het fries boven de begane grond bevinden zich aan de uiteinden twee leeuwenkoppen.
De in de achttiende eeuw vernieuwde ondergevel had oorspronkelijk een houten onderpui met glas-in-loodramen, zoals bleek bij de demontage in 1998 van het interieur ter voorbereiding van de restauratie.
Door de fraai geornamenteerde voordeur stap je een eerste hal binnen, bekleed met marmer. De doorkijk naar de binnenplaats en volgende hal is meer dan 20 meter. De beide hallen en de binnenplaats vormden vroeger samen een steeg, die langs het voorste huis toegang gaf tot een hierachter gebouwd tweede huis.
Het voorste huis wordt voor het eerst vermeld in belastinggegevens uit het jaar 1584. Uit archieven blijkt dat er in 1630 al een achterhuis bestond en waarschijnlijk is in deze periode de steeg al bij het voorste huis als gang gevoegd. Hiervoor moest wel een nieuwe, bredere, trapgevel worden opgetrokken en eveneens een bredere kap geformeerd.
De keuken is gesitueerd in het achterste huis en is van vloer tot plafond bekleed met witjes. De marmeren vloer komt nog uit de, in Edam en verre omstreken, bekende bakkerij Gorter.Edam staat bekend om de handel in kaas. In de vroege achttiende eeuw waren hoofdofficier William Costerus en zijn vrouw Grietje Hendriksdr eigenaren van het huis. De familie handelde in kaas en had ook nog drie kaaspakhuizen aan de zuidzijde van de Voorhaven in bezit. In 1832 stond het pand op naam van Lijsbeth Kat, weduwe van Pieter Costerius, tijdens zijn leven burgemeester en tevens kaashandelaar.
Met oude waaltjes, geeltjes en buxushaagjes is een stadstuin gecreëerd.